Quetta is de hoofdstad van Balochistan, één van de vier provincies van Pakistan. De provincie grenst aan Afghanistan in het noorden en Iran in het westen. De regionale verschillen in Pakistan zijn groot; Balochistan, waar de stichting Friends of Al-Falah zich op richt, is de meest achtergebleven en armste provincie. In Balochistan wonen vele ethnische groepen, waarvan de Pathanen en Baluchi de grootste zijn.
Slechts 6 % van de vrouwen van 25 jaar en ouder en 34% van de mannen in Balochistan hebben een middelbare schoolopleiding voltooid. Vooral het aantal analfabeten onder vrouwen en meisjes in Balochistan is hoog. Meer dan 30 % van de bevolking in Balochistan leeft in armoede. Ondervoeding, vooral bij kinderen onder de 5 jaar en bij vrouwen is wijdverspreid in Balochistan.
De christelijke minderheid in Balochistan, minder dan 1% van de bevolking, behoort tot de laagste sociale klasse. Zij leven in aparte wijken met nauwelijks voorzieningen. Mannen en vrouwen doen vaak tijdelijk werk of zijn werkeloos. Een bekend beeld in Quetta vormen de christelijke vrouwen die als straatveger werken. De meeste jonge mensen in Balochistan hebben weinig perspectief. Dit geldt met name voor christelijke jongeren die vaak terecht komen in de laagst betaalde banen in de informele sector.